vrijdag 20 april 2012

Mannen en vlees (of stoverij met kriekbier en gember)

Wat maak je klaar wanneer zoonlief bij het begin van het weekend oppert "wanneer eten we nog eens frietjes?". En je 's avonds voor 3 mannen kookt? Voor 3 vleesminnende mannen?

Stoverij met frietjes!
Maar dan stoverij-net-even-anders: met kriekbier en gember, gebaseerd op een recept van Geert Van Hecke. Een heerlijke stoofpot!

Wat had ik klaar gezet (voor 3 mannen en 1 vrouw):

1200 gram rundsstoverij
1 fijngesneden ui
2 wortels in plakjes
3 teentjes knoflook (gepeld, niet gesneden)
1 eetlepel bloem
1/2 a 1 eetlepel rode-wijnazijn
2 flesjes kriekbier (Liefmans 2 x 0,33 liter)
1 koffielepel bruine suiker
1 kleine soeplepel heel fijn gesneden gember
peper, zout en een mespuntje kaneel.
1 bokaal noordkrieken (uitgelekt, ongeveer 200 gram)
50 gram boter

Bereiding:

Klontje boter in de tajine (of stoofpot).
Vlees goed aanbakken, de ui, wortelschijfjes en look toevoegen.
Strooi er de bloem over, meng goed en overgiet het vlees met het bier en de azijn.
Voeg  er de gember, suiker en een mespuntje kaneel bij.
Kruid met peper en zout en laat minstens 1 uur stoven.
(Maak ondertussen zelfgemaakte frietjes)
Neem na 1 uur het deksel van de tajine en laat de saus nog een beetje inkoken.
Voeg er de uitgelekte krieken aan toe en laat nog 5 minuutjes pruttelen.
Dien op met frietjes! En sla en tomaten.

Zal ik maar genoeg maken dacht ik voor ik eraan begon, morgen is er nog een dag.

Met 1,2 kg vlees kan dat lukken.
Niet dus, 3 soeplepels saus was er over, te weinig om nog eens van te eten, te weinig om een foto van te maken. (Nu, een foto van stoverij is ook niet zo opwindend). 
Lekker was het dus wel!

zondag 15 april 2012

Bretoense Appeltaart

Een snel skypeken deze namiddag: "Mama, hoe maak je nu weer Bretoense Appeltaart?"
Waarschijnlijk heb ik het recept al een paar keer op een blaadje gekriebeld of op mail gezet en steeds weer raken die kattebelletjes verloren en verdwijnen email-recepten in een bodemloze postbus.

Zo ben ik toen deze blog gestart: na 5 keer "hoe maak je nu weer spaghetti Matriciana?",  "hoe maak ik pannenkoeken met gist?" of "hoe maak ik pizzadeeg?".  Oorspronkelijk om mama-recepten te delen met een dochter in het verre noorden en een zoon op kot in Gent, en later ook brood-recepten met (broodgekke) vrienden...

Terug naar de taart, voorlopig zonder foto. In een uurtje tover je een lekkere taart uit de oven, echt geen werk! Het recept heb ik ooit gekregen van Wouter bij wie ik de taart voor het eerst proefde.

Wat heb je nodig voor een Bretoense Appeltaart (taartvorm 27 a 30 cm doorsnede):

1 kant-en-klaar vel bladerdeeg/brokkeldeeg
6 appels (bv Golden)
1 kleine citroen of limoen
100 gram zachte boter
125 gram suiker
1 zakje vanillesuiker
35 gram maiszetmeel
3 eieren
optioneel: zeste, vleugje kaneel

Rol het deeg uit (eventueel) en schik het in de taartvorm.
Schil de appels en snij de appels in blokjes van 1 cm. Doe de blokjes in een kom en druppel daar het sap van 1 kleine citroen over. Meng de blokjes goed met het beetje citroensap.
Vul de taartvorm met de blokjes appel.
Meng de gesmolten boter, het maïszetmeel, de eieren, de suiker, vanillesuiker en eventueel kaneel en zeste van citroen. Roer goed door om klonters te vermijden.
Giet dit mengsel op de appelblokjes en bak de taart 30 à 45 minuten in de oven op 180 graden.

(Ook zeer lekker lauw met een bolletje ijs.)

woensdag 11 april 2012

'Tepelbroodjes' (broodjes met olijfolie)




Zo noemde Iris ze toen ze uit de oven kwamen. Heerlijke broodjes!
Het recept is gebaseerd op "Pane al' olio" uit het boek The Fundamental Techniques of Classic Bread Baking.

Duurtijd 18 uur. Niet te maken zonder keukenrobot (bv. KitchenAid of Kenwood)

De avond voordien maak je een voordeeg, een biga deze keer:

222 gram meel (Maya)
189 gram water
0.2 gram verse gist

Mix alles met de keukenmachine (traag) tot alles goed gemengd is.
Dek de kom af met cellofaan en laat het 12 a 14 uur rijzen.

De volgende morgen zet je deze ingrediënten klaar:

821 gram meel (spelt)
452 gram water
18 gram zout
16 gram gist
82 gram olijfolie

Kneed de bloem,  het water en de biga met de keukenrobot (trage stand) tot alles gemengd is. 
Voeg er nu het zout en gist bij (gist aan de ene kant, zout aan de andere kant zodat ze niet met elkaar in aanraking komen) en kneed het 5 minuten op trage stand. Dan nog 10-15 minuten iets sneller kneden tot je een soepel deeg hebt.

Breng het deeg over in een licht ingeoliede kom en dek af met cellofaan.
Laat het 30 minuten rijzen.

Olie je handen in met een beetje zonnebloemolie en trek het deeg uit en vouw het terug toe, zoals je een brief toeplooit. Draai de kom en doe dit ook met het andere einde.
Laat het deeg terug 1 uur rijzen.

Olie je handen terug in en verdeel het deeg in 24 stukken van 75 gram. Bol de stukken op, dek af met cellofaan en laat 15 minuten rusten.

Duw het gas uit het deeg en geef het deeg zijn uiteindelijke vorm. Leg de bolletjes deeg op een bakplaat.

Laat de bolletjes nu eens 1 uur rijzen onder pastic cellofaan.

Warm de oven op tot 220 graden en voorzie onderaan een plaat waarop je heet water kunt gieten (stoom). 

Net voor de broodjes in de oven gaan snij je ze in met een schaar: knip onder een hoek van 45 graden de broodjes ongeveer 2 cm diep.  Steek de broodjes in de oven. Onderaan giet je een grote kop heet water op de plaat (voorzichtig!). Bak de broodjes in ongeveer 20 minuutjes goudbruin:  de broodjes moeten hol klinken als je op de onderkant tikt. Laat afkoelen op een rooster.

zaterdag 7 april 2012

Eva leert de Noren rijsttaart eten



Deze week was dochter Eva in het land. Eva heeft een missie: de Noren eens iets anders laten proeven dan hun Noorse versie van rijstpap (risgrøt). Dus maakten we vandaag rijsttaart en morgen gaat die richting het verre noorden. Deze lekkere taart is niet moeilijk om te maken!

Het recept is aangepast voor een taartvorm met doorsnede van 30 cm.

Je kunt een rijsttaart maken met of zonder bodem.

Heb je niet veel tijd en kies je voor "rijsttaart zonder bodem", smeer dan een antikleef-bakvorm in met boter, bestrooi met paneermeel en stort daar je rijstebrij in.

Wil je toch een bodem, dan maak je bv de flandeeg (gistdeeg) uit het boekje van Stefan Elias:

180 gram bloem
40 gram water
10 gram verse gist (4 gram droge gist)
15 gram suiker
2 gram zout
1 klein ei
40 gram ongezouten boter

Los de gist samen met het gist en het water op en meng er de bloem, de suiker, het zout en de zachte boter bij. Kneed het deeg verder op de werktafel tot het soepel aanvoelt.
Leg het deeg in een kom en zet het afgedekt even in de koelkast.

Voor de vulling:

1 liter melk
1/2 doorgesneden vanillepeul
120 gram dessertrijst
snuifje zout
eventueel: snuifje saffraan, snuifje kaneel
amandelessence
150 gr suiker (of naar smaak)
2 eieren

Kook de melk met de vanillepeul. Giet de rijst in de kokende melk en laat ongeveer 40 minuten zachtjes koken, samen met het zout en eventueel een snuifje kaneel en saffraan.

Nu het deeg dun uitrollen en in de ingevette bakvorm leggen.

Na 40 minuten voeg je bij de rijstebrij: suiker, eierdooiers en enkele druppels amandelessence.
De rijstebrij mag goed vloeibaar zijn, doe er indien nodig nog wat extra melk bij.
Daarna de stijfgeklopte eiwitten eronder scheppen en de brij in de taartvorm gieten.
Bak de taart 30 tot 45 minuten in de oven op 180 graden.